Theo Wolvecamp wordt op 30 augustus 1925 geboren in Hengelo. Zijn vader, kleermaker van beroep, overlijdt als hij negen is.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog neemt Wolvecamp tekenlessen. Hij werkt samen met plaatselijke kunstschilders en werkt aanvankelijk in kubistische trant. In 1945 wordt hij toegelaten tot de kunstacademie van Arnhem, maar verlaat deze in 1947 en vindt atelierruimte in Amsterdam. Daar maakt hij kennis met Corneille en Appel, die verrast zijn door zijn werk. De spontaan-abstracte schildertrant die Wolvecamp in korte tijd heeft ontwikkeld, sluit goed aan bij hun eigen ontwikkeling.
In juli 1948 is Wolvecamp aanwezig bij de oprichting van de Experimentele Groep in Holland, en als in november 1948 Cobra wordt opgericht; sluit hij zich ook daarbij aan. De tumultueuze Cobramanifestatie in het Stedelijk Museum Amsterdam in november 1949 brengt hem ertoe de beweging te verlaten, maar hij komt daar snel van terug. Hij behoudt het contact met Appel, Constant en Corneille en neemt deel aan de afsluitende Cobratentoonstelling in Luik, eind 1951.
In de jaren 50 ontstaan Wolvecamps dik opgezette, abstract-expressionistische doeken met repetitieve patronen. In 1954 keert hij, na een verblijf van een jaar in Parijs, terug naar Hengelo, waar hij zijn schildersloopbaan in betrekkelijke afzondering voortzet.
In de tweede helft van de jaren zestig wisselt Wolvecamp enkele malen van stijl, om vanaf 1970 terug te keren naar de stijl die hij in de jaren 50 ontwikkelde.
Op 11 oktober 1992 overlijdt hij in Amsterdam. Hij is dan 67 jaar.
